Verduurzaming monumentaal vastgoed: Universiteit Maastricht
04 augustus 2023
De Universiteit van Maastricht is deels gevestigd in monumentale panden in de historische binnenstad. Hier ligt een flinke uitdaging. Want hoe voldoe in deze panden je aan de doelstellingen uit het klimaatakkoord? Welke maatregelen mag je wel en niet uitvoeren bij monumenten? De universiteit gaf een consortium van Huygen, SATIJNplus Architecten en ABT opdracht om een onderzoek uit te voeren naar de mogelijkheden van maatregelen. Wij interviewden de betrokken partijen over hun ervaringen in dit onderzoek.
In het klimaatakkoord van Parijs is namelijk afgesproken dat de opwarming van de aarde moet worden beperkt. De universiteit heeft, gezamenlijk met andere universiteiten in Nederland, de doelstellingen van het klimaatakkoord concreet vertaald naar een reductie van 40% van het aardgasgebruik in 2030 ten opzichte van 2019.
Ronald Wilmes, hoofd vastgoed van de universiteit en tevens opdrachtgever van dit onderzoek: “Ongeveer de helft van ons vastgoed heeft een rijks- of stedelijkmonumentale status. Dit maakt onze verduurzamingsopgave extra uitdagend.” Renoveren in monumenten is namelijk ingewikkeld. Niet alle energetische ingegrepen zijn namelijk zomaar mogelijk. De gemeente eist dat monumentale waarden, zoals historische kozijnen en getrokken glas, zoveel mogelijk behouden blijven. Er zijn daarnaast veel invloeden van buitenaf waar rekening mee gehouden moet worden. Een te goede luchtdichtheid kan bijvoorbeeld zorgen voor schade aan een monumentale gevel. De universiteit vroeg het consortium om ondersteuning op dit gebied: welke maatregelen kunnen we wél nemen? Welke keuzes zijn er te maken? De monumentale waarde moet immers behouden blijven, tegelijkertijd zijn er keuzes te maken. Het consortium is gestart met het onderzoeken van drie monumentale panden: een pand aan de Tongersestraat, een pand aan de Grote Gracht en een pand aan de Bouillonstraat.
Architectuur
Harold Janssen (SATIJNplus) is de betrokken architect. Zijn specialisme ligt bij duurzame renovaties van bestaand (monumentaal) vastgoed, en SATIJNplus is een graaggeziene partner van Huygen. Harold: “Wij kijken verder dan alleen het visueel aantrekkelijk maken van een monument. We moeten ook nadenken over bouwfysica, gedrag, natuurwetten en economische doelstellingen. Monumenten zijn lastig: je mag vrijwel niets. Het is mijn taak om te kijken naar wat er wél mogelijk is”. Harold: “Het inzicht en de uitwerking maken dit project boeiend: we maken CO2-vermindering waar. We werken daarbij interdisciplinair integraal”. Eric: “We hebben hierbij ook onze ervaring uit onderzoeksprojecten gebruikt. In een van de voorstellen hebben we bijvoorbeeld innovatieve maatregelen over dynamisch binnenklimaat en vraagsturing toegevoegd”.
Gebruik en gedrag
Volgens senior adviseur Ad van der Aa (ABT) kunnen alle monumenten eenvoudig en snel energieneutraal gemaakt worden: “Draai de gaskraan dicht en knip de elektriciteitskabels door”. De reactie die dit oplevert maakt duidelijk dat het dus allereerst gaat over het energiegebruik door de behoefte en het gedrag van mensen in het gebouw. Daar lag de eerste stap: starten met de wensen en gedrag van de gebruikers van het pand, en de veranderingen hierop aanpassen.
Parallel daaraan werd begonnen met het verzamelen en analyseren van de beschikbare energiedata uit sensoren van de installaties. Eric Willems, senior adviseur (Huygen): “Deze gegevens ga je dan analyseren, je gaat er iets van vinden.” Ad: “Wij vonden het erg belangrijk om de gebruiker te betrekken bij onze plannen. Zo konden we kijken naar het terugdringen van energieverbruik zonder drastische maatregelen. Gedrag en gewoonte: waarom niet plaatselijk verwarmen? Alle medewerkers hebben namelijk een eigen kantoortje, maar de kantoorruimte van de buurman hoeft niet verwarmd te worden”. Het verminderen met 40% gaat niet alleen lukken met bouwkundige wijzigingen: er kan veel behaald worden met verandering van gedrag en gebruik.
Stappenplan integrale aanpak
Om zeker te zijn dat alle belangrijke factoren worden meegenomen in het onderzoek is er een holistische en systematische benadering uitgewerkt. Dit omvat de integrale aspecten van een renovatieproject met als doel een duurzaam, gezond en energie-efficiënt gebouw dat voldoet aan de behoeften van de gebruikers en de omgeving respecteert.
Afbeelding 1: Stappenplan integrale aanpak
Eric: “Er volgen intern discussies over wat je allemaal kan bedenken, wat zouden we allemaal aan het gebouw kunnen doen?” De discussies hebben geleid tot een groslijst aan maatregelen. “Daarna volgt de belangrijkste en meest intensieve stap: het samenstellen van bij elkaar passende en elkaar versterkende maatregelen op gedrag, installatie en bouwfysica. Het pakket moet bijvoorbeeld bouwfysisch kloppen en tevens de kwaliteit van het binnenklimaat verbeteren. Wat zijn de externe restricties? Welke aanpassingen mogen er nu echt niet van de monumentencommissie? Als resultaat ontstaan een vijftal passende maatregelpakketen in verschillende ambitieniveaus.” Ten slotte is het pakket aanbevolen dat in de gewenste fasering kan worden uitgevoerd en leidt tot de minimale reductie van 40% CO2 en aardgas.
Elk pakket is ook met een bepaalde visie gekozen. Het onderzoek leidde tot een overzicht van vijf maatregelenpakketten die zouden kunnen worden ingezet bij deze drie monumentale gebouwen. Hierbij lopen de maatregelen op van quick wins (pakket 1), via eenvoudig toepasbare (2), bouwkundige (3) en hybride (4) maatregelen naar ‘aangepast monumentenbeleid’ (5). De resultaten van het onderzoek kunnen worden geëxtrapoleerd voor de andere gebouwen in de binnenstad.
Afbeelding 2: visie en maatregelenpakket
Toekomst
Met de aanbevelingen van het consortium heeft de universiteit subsidie ontvangen om daadwerkelijk de renovatie te gaan uitvoeren. Hierbij is gekozen voor een mix tussen pakket twee en drie. De universiteit gaat een meerjaren duurzaamheidsprogramma opstellen waarin per pand de maatregelen worden benoemd in relatie tot de investeringen, het effect op de CO2-uitstoot en de impact voor de onderwijsorganisatie. Voor de gebouwen is een gezond binnenklimaat en de gebruikswaarde voor langere tijd geborgen. De doelstellingen van 2030 worden hiermee gehaald.
Afbeelding thumbnail/header: Maastricht University