Het is de tijd voor een houten revolutie
10 mei 2022
Hoewel een enkel huis nu nog als een eenzame twijg in een betonnen wereld wortelt, zijn steden van hout verre van wishful thinking. Het wordt de tijd voor een houten revolutie.
GertJan Rozemeijer kan bijna niet omschrijven hoe het voelt om een houten woning binnen te stappen, al ontwerpt hij met adviesbureau Lüning al jaren houten draagconstructies. “Het is echt een andere beleving. Mooi, aaibaar, het voelt prettig aan en is gezond. Het overvalt me telkens weer. Heel opmerkelijk. Het liefst bouw ik mijn eigen huis ook in hout.”
Zolang dat nog onbereikbaar is, stopt hij dat verlangen in ‘Bouwen in Hout’, dat de samenwerking binnen Oosterhoff op dit gebied gezicht geeft. Dat doet GertJan samen met onder meer Arne Balvers, directeur bij zusterbedrijf bbn adviseurs. “Onze ambitie is verandering teweegbrengen bij mensen. Door te inspireren, angst voor moeilijkheden weg te nemen en een beweging op gang te brengen in de sector.”
Het tij hebben ze in elk geval mee. Nederland snakt naar meer woningen. Er moet fors tempo gemaakt worden om het tekort in te lopen. Tegelijkertijd ligt het vergrootglas door de klimaatdoelstellingen meer dan ooit op verduurzaming. “Tot nu toe was de blik vooral gericht op energieverbruik”, zegt GertJan. “Nu verschuift de focus naar het materiaal. Als je kijkt naar de impact op het milieu en CO2 uitstoot, is hout een logische en de meest duurzame keuze. Hout slaat CO2 op en bovendien is bij de verwerking ervan de uitstoot vele malen lager dan bij beton. Daarnaast leent hout zich heel goed voor prefabricatie én past het naadloos in een circulaire economie. “Er liggen voor hout dus veel kansen.”
Hoewel houtbouw op steeds meer belangstelling kan rekenen, is wat op Nederlandse bodem verrijst nog slechts een snippertje op een betonnen plaat. De bouwsector is er nog niet op ingericht, en de kennis ligt bij een handjevol bedrijven. GertJan: “Hout vraagt vanaf de eerste schets om een andere manier van werken en ontwerpen. Daarvoor heb je specialisten nodig en een integrale blik.”
Bij Oosterhoff werken de verschillende werkmaatschappijen daarom nauw samen. GertJan: “Normaliter is er een harde scheiding tussen ontwerp en uitwerking. Bij staal en beton kan dat prima, maar bij een houtconstructie gaat dat niet op; de schroefjes en boutjes bepalen daar ook de afmeting. Als je echt helemaal voor hout wilt gaan, is het belangrijk dat je die keuzes maakt in een fase waarin dit nog kan. Dan is het project echt haalbaar en maakbaar, zelfs in hoogbouw.”
Arne: “Naast gedetailleerde technische kennis, weten we ook precies welke kosten bij houtbouw komt kijken. Daarnaast kun je bij hout ook kijken naar de voordelen voor gebruikers. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat in houten gebouwen het ziekteverzuim omlaag gaat en leerprestaties verbeteren.
Geïnspireerd door het boek Tomorrow’s Timber, dat nu zelfs een speciale Lüning editie heeft, wil Oosterhoff de sector meekrijgen in een houten revolutie. “Niet alleen door bijzondere projecten voor klanten te doen, maar vooral ook door te inspireren, en kennis en ervaringen te delen”, zegt Arne. Daarvoor organiseren ze regelmatig bijeenkomsten voor architecten, projectpartners en opdrachtgevers.
GertJan: “Onze droom is dat alles wat we bouwen geen negatieve impact heeft op het milieu, de biodiversiteit en gezondheid; dat mijn kinderen en hun kinderen ook kunnen leven en bouwen.“